Geld schenken is een prima manier om erfbelasting te beperken. Maar hoe moet je dat doen als je het eigenlijk nog niet kunt missen?
Stel, je hebt een huis met een flinke overwaarde. Die overwaarde wordt straks stevig belast met erfbelasting als je overlijdt, en je kinderen zullen dat moeten betalen. Je kunt de belasting voor je kinderen verlagen door nu al te beginnen met geld schenken. Er is wel wat spaargeld, maar dat is een potje voor onverwachte uitgaven. Wat nu?
met notaris
De wet heeft in die situatie voorzien. Je kunt namelijk op papier schenken. Dat moet wel via een notaris. Zo’n notariële schuldigerkenning heeft als voordeel dat je geen geld hoeft over te maken. Er moet alleen schenkbelasting worden betaald als het bedrag hoger is dan de vrijstelling (zie de tabel onder). Er kleven ook een paar nadelen aan. Om te beginnen werken notarissen niet voor niets. Zeker als het gaat om kleine(re) schenkingen is dat onhandig. Verder ben je verplicht tot aan je dood elk jaar 6 procent rente over het schuldigerkende bedrag te betalen. Dat wordt in de praktijk nogal eens vergeten, met als gevolg dat je erfgenamen na jouw overlijden alsnog erfbelasting moeten betalen over de schenkingen, zelfs als al schenkbelasting was betaald.
Een notariële schuldigerkenning is vooral te overwegen bij grotere bedragen, bijvoorbeeld de éénmalig verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen.
zonder notaris
Al die nadelen zijn te voorkomen door geld aan de begunstigde(n) te schenken en dat later weer terug te lenen. Niet alleen houd je zo de beschikking over je geld, omdat er geen fiscale verplichting is om de rente op geldleningen jaarlijks te betalen, kun je de rente die je op de lening moet betalen ook laten bijschrijven. Essentieel is wel dat er geen directe relatie bestaat tussen de schenking en het terug geleende bedrag.
Het box 3-vermogen van de schenker neemt door de schenking af, dat van de ontvanger neemt toe. Zodra de schenker het geld terugleent, wordt het bedrag op diens bankrekening hoger, maar daar staat een min of meer even grote schuld tegenover. Fiscaal is het dus in evenwicht, afgezien van de schuldendrempel.
Als het box 3-vermogen van de schenker in een hoger tarief valt dan dat van de ontvanger, is er zelfs fiscaal voordeel. Betalen de ontvangers méér over hun box 3-vermogen dan jij (omdat je vermogen nog binnen vrijstelling valt en dat van de ontvangers niet, of omdat ze méér box 3-vermogen hebben dan jij en in een hogere schijf vallen)? Dan kan het zo zijn dat het fiscale nadeel in box 3 op een gegeven moment groter is dan de besparing op de erfbelasting. Houd daar dus rekening mee!
Als je vooral overwaarde hebt (box 1) en weinig ander vermogen (box 3), verplaats je geld uit jouw box 1 — waarover (nog) geen belasting wordt geheven — naar box 3 van de ontvangende partij waarover wel belasting wordt geheven. Dat maakt schenken en teruglenen fiscaal minder efficiënt, zeker als gaat om een langere periode.
juridisch kader
Notarissen zullen vaak beweren dat schenken en teruglenen niet kan omdat het in strijd is met de formele regels van de papieren schenking, die altijd via een notariële akte moet plaatsvinden. Dat is niet waar en sinds een arrest uit 2001 (Gerechtshof ’s-Gravenhage 22 mei 2001, nr 99/30348) is schenken en teruglenen juridisch waterdicht. Weliswaar was er in 2020 een microscopisch lekje door een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2020:6882, te vinden op www.rechtspraak.nl), maar in dit specifieke geval werd het geschonken bedrag direct teruggeleend, werd de constructie jaarlijks toegepast en lieten de bepalingen in de leenovereenkomst duidelijk een relatie zien tussen de schenking en de lening.
Er zijn ook mensen die hun plannen om te schenken en later terug te lenen aan de Belastingdienst voorleggen. Dan is voor de fiscus klip en klaar dat het niet om gescheiden rechtshandelingen gaat en dat het van meet af eigenlijk ging om een schenking op papier. Omdat die niet via de notaris is gegaan, kan de fiscus je erfgenamen later alsnog confronteren met een belastingaanslag.
Alles staat of valt dus met de juiste uitvoering. Die krijg je door ervoor te zorgen dat er sprake is van twee duidelijk gescheiden rechtshandelingen: schenken aan de ene kant, lenen aan de andere. Laat een paar maanden tussenruimte ontstaan (of leen pas het volgende jaar) en leen niet precies hetzelfde bedrag. Leg de afspraak om te lenen pas vast op het moment dat je de lening daadwerkelijk aangaat en maak daarover van tevoren zeker geen formele afspraken.
Klik hier als je uitgebreidere informatie wilt over de do’s en don’ts van schenken en teruglenen en de te volgen stappen naar je e-mailadres, helemaal gratis!
tarieven schenk- en erfbelasting 2023
verkrijger | vrijstelling | tarief belaste deel erfenis/schenking | ||
bij erven | bij schenken per kalenderjaar (1) |
de eerste € 138.641 | het meerdere | |
partner (4) | € 723.526 (2) | € 2.418 | 10% | 20% |
kinderen | € 22.918 (3) | € 6.035 | 10% | 20% |
kleinkinderen | € 22.918 | € 2.418 | 18% | 36% |
achterkleinkinderen | € 2.418 | € 2.418 | 18% | 36% |
ouders | € 54.270 | € 2.418 | 30% | 40% |
anderen (5) | € 2.418 | € 2.418 | 30% | 40% |
(1) Ouders mogen hun kinderen (minimaal 18 en nog geen 40) éénmalig belastingvrij een bedrag schenken van € 28.947 (vrij te besteden) of € 60.298 (voor een dure studie, via de notaris). Is de beoogde ontvanger 40 of ouder, maar diens echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner nog niet? Dan is het nog wel mogelijk te schenken met gebruikmaking van de éénmalig verhoogde vrijstelling. Dit geldt ook voor samenwoners die voor de schenkbelasting elkaars partner zijn.
(2) Heeft de overblijvende partner recht op een nabestaandenlijfrente of -pensioen, dan kan dat gevolgen hebben voor de hoogte van de vrijstelling (in 2023 kan de vrijstelling nooit lager worden dan € 186.915).
(3) Zieke en gehandicapte kinderen die grotendeels op kosten van de overledene werden onderhouden: € 68.740.
(4) Samenwonende partners die voldoen aan de voorwaarden hebben recht op dezelfde vrijstellingen en tarieven als gehuwden en geregistreerd partners.
(5) Er is nog een mogelijkheid om aan derden die 18 of ouder zijn maar nog geen 40, éénmalig een groot bedrag te schenken ten behoeve van de aanschaf, het onderhoud of de verbouwing van de eigen woning (voor het laatst in 2023 tot maximaal € 28.947). Ook als de beoogde ontvanger 40 of ouder is maar diens echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner nog niet, kan van deze bijzondere vrijstelling gebruik worden gemaakt. Dit geldt ook voor samenwoners die voor de schenkbelasting elkaars partner zijn.
Biertje?
Wil je ons helpen? Stuur dan je vrienden een link naar de site of onze social-mediakanalen, of trakteer ons op een biertje. Of, waarom niet, doe het gewoon allebei!