Iedereen betaalt belasting. Maar hoeveel betalen we eigenlijk? En waarvoor? Een feuilleton in vijf delen.
We verdienen (bijna) allemaal geld, maar niet allemaal op dezelfde manier. Werknemers en uitkeringsgerechtigden krijgen hun loon, netjes netto zonder gedoe. Ze hebben weinig aftrekposten, vaak is hun pensioen geregeld en soms krijgen ze nog wat terug van de Belastingdienst. Zelfstandig ondernemers ontvangen hun inkomen bruto. Ze moeten daar zelf belasting en premies over betalen. En dan heb je nog de dga, de directeur-grootaandeelhouder. In naam een werknemer, in de praktijk een ondernemer.
Sinds 2001 kennen we in Nederland het ‘boxenstelsel’. Ons inkomen wordt daarin verdeeld in drie delen. In box 1 zit het ‘inkomen uit werk en woning’. Box 2 bevat het ‘inkomen uit aanmerkelijk belang’ en is van toepassing voor aandeelhouders die 5% of méér van een onderneming (NV, BV) bezitten (zie deel 2). Box 3 is de vermogensbox, waar toepasselijke vermogensbestanddelen belast worden op een steeds ingewikkelder manier (waarover meer in deel 3).
Het box 1-inkomen — werk en woning — wordt belast tegen een progressief tarief dat in de loop der jaren steeds platter is geworden omdat we in Nederland arbeid minder en andere vormen van inkomen meer willen belasten. De woning — de ‘eigen woning hoofdverblijf’ of, in gewoon Nederlands, het huis of appartement waar je ingeschreven bent of je sociale leven zich meestal voltrekt — is om historische redenen in box 1 terecht gekomen en levert in de meeste gevallen een aftrekpost op. Het is niet gezegd dat de eigen woning tot in eeuwigheid in box 1 blijft zitten; al een tijdje denkt men in Haagse kringen na over een manier om de eigen woning een plek te geven in box 3.
We hebben het altijd over de hypotheekrenteaftrek, maar feitelijk trekken we het ‘saldo eigen woning’ af (SEW). Dat saldo is het zogenaamde ‘eigenwoningforfait’ (dat bereken je door de WOZ-waarde van je woning te vermenigvuldigen met een percentage, in 2023 is dat 0,35% voor huizen tussen € 75.000 en € 1,2 miljoen) min de betaalde hypotheekrente. Zolang het SEW negatief is, valt er iets af te trekken. Als je je huis (bijna) hebt afbetaald en het SEW is positief geworden, moet je daar in principe belasting over betalen. De zogenaamde ‘Hillen-regeling’ zorgde ervoor dat een positief SEW tot een even grote ‘aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld’ leidde, maar sinds 2019 wordt deze regeling afgebouwd over een periode van 30 jaar. In 2023 is deze aftrek 25/30ste.
Nog een addertje onder het gras: de aftrekposten (SEW, persoonsgebonden aftrekposten, ondernemersaftrek e.d.) zijn aftrekbaar tegen het lagere tarief (36,93%), ook als je inkomen belast wordt tegen het hoogste tarief (49,50%).
IB-TARIEVEN 2023
De belasting in box 1 bestaat uit belasting en premies volksverzekeringen. Tot aan de AOW zijn er twee schijven. Ben je AOW’er, dan worden het er drie. Ben je geboren vóór 1946? Dan geldt voor jou een andere grens tussen de tweede en derde schijf (cursief) dan voor jongere AOW’ers.
belastbaar inkomen méér dan | en niet méér dan | belastingtarief | totaaltarief* | |
€ 0 | € 73.031 | 36,93% | 36,93% | |
€ 73.031 | - | 49,50% | 49,50%** | |
AOW-leeftijd en ouder en geboren in of na 1946 (vóór 1946) | € 0 | € 37.149 (38.703) |
9,28% | 19,03% |
€ 37.149 (€ 38.703) |
€ 73.031 | 36,93% | 36,93% | |
€ 73.031 | - | 49,50% | 49,50%** |
* belasting + volksverzekeringen; AOW (tot AOW-leeftijd) 17,90%, Wlz 9,65%, ANW 0,10%
** het maximale tarief waartegen veel aftrekposten kunnen worden afgetrokken, bedraagt 36,93%
IAB ZVW
De inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet is een percentage over het inkomen. Werkgevers betalen de hoge Zvw-heffing. Voor de eigen bijdrage Zvw (of de Zvw-aanslag die je als ondernemer/zzp’er zelf moet betalen) geldt het lage percentage. De percentages zijn een fractie gedaald, maar het maximum bijdrage-inkomen is met 10% omhoog gegaan.
2022 | 2023 | |
maximum premie-inkomensgrens ZVW | € 59.706 | € 66.956 |
inkomensafhankelijke bijdrage (laag tarief) | 5,50% | 5,43% |
inkomensafhankelijke bijdrage (hoog tarief) | 6,75% | 6,68% |
HEFFINGSKORTINGEN
De volgende heffingskortingen worden in mindering gebracht op de in box 1, box 2 en box 3 verschuldigde belasting. Voor een belastingplichtige met een laag of geen inkomen kan het recht op heffingskortingen hoger zijn dan de verschuldigde belasting. Hierdoor wordt een deel van de heffingskortingen niet verzilverd. Tot en met 2022 konden sommige heffingskortingen (deels) worden uitbetaald als er een fiscaal partner was met voldoende inkomen. Ben je geboren in of na 1963, dan is dit vanaf dit jaar niet meer mogelijk.
voor AOW-
2022 | 2023 | |
algemene heffingskorting (max.) (1) | € 2.888 | € 3.070 |
arbeidskorting (max.) (2) | € 4.260 | € 5.052 |
inkomensafhankelijke combinatiekorting (max.) | € 2.534 | € 2.694 |
jonggehandicaptenkorting | € 771 | € 820 |
voor AOW+
2022 | 2023 | |
algemene heffingskorting (max.) (1) | € 1.494 | € 1.583 |
arbeidskorting (max.) (2) | € 2.204 | € 2.604 |
ouderenkorting (max.) (3) | € 1.726 | € 1.835 |
alleenstaande ouderenkorting | € 449 | € 478 |
(1) afbouw vanaf € 22.600 (2022: € 21.317), nul bij € 73.031 (2022: € 69.398)
(2) afbouw vanaf € 37.691 (2022: € 109.346), nul bij € 115.295 (2022: € 109.346)
(3) afbouw vanaf € 40.888 (2022: € 38.464), nul bij € 53.122 (2022: € 49.971)
voor iedereen
Er is een heffingskorting voor groene beleggingen van 0,7% over maximaal het in box 3 vrijgestelde bedrag (in 2022: € 61.215/€ 122.430 voor partners, in 2023: € 65.072/€ 131.144 voor partners).
REISKOSTENVERGOEDING
De maximale onbelaste reiskostenvergoeding is per 2023 verhoogd van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer. De maatregel geldt voor werknemers, ondernemers en zogenaamde ‘resultaatgenieters’ (niet-ondernemers die niet in loondienst werken). Dezelfde verhoging geldt voor ziekenbezoek, de kilometervergoeding voor weekend- en vakantieuitgaven voor gehandicapten en ook voor de giftenaftrek (als een vrijwilliger afziet van reiskostenvergoeding).
(EIGEN) WONING
overdrachtsbelasting
■ De overdrachtsbelasting voor woningen die bestemd zijn als hoofdverblijf (box 1) bedraagt 2%.
■ Het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting is van toepassing bij woningen die niet bestemd zijn voor eigen gebruik als hoofdverblijf en ‘niet-woningen’ zoals bedrijfsgebouwen. Dit tarief is per 2023 verhoogd van 8% naar 10,4%.
■ Ben je 18 jaar en nog geen 35 en ga je voor het eerst een huis kopen? Dan heb je recht op de éénmalige ‘startersvrijstelling’ als je woning maximaal € 440.000 kost.
TOESLAGEN
■ huurtoeslag
In 2022 had je recht op huurtoeslag als de huur niet hoger was dan € 763,47. Voor 2023 is die grens verhoogd naar € 808,06. Om er ook daadwerkelijk voor in aanmerking te komen, mag je in 2023 niet meer dan € 33.748 aan vermogen hebben. Met een toeslagpartner is dat het dubbele bedrag. Medebewoners mogen elk niet méér dan € 33.748 aan vermogen hebben. Het vermogen van kinderen tot 18 jaar wordt bij het vermogen van de ouder(s) opgeteld.
maximaal vermogen
2023 | € 33.75 | € 67.496 samen | € 33.748 per medebewoner |
2022 | € 31.75 | € 63.494 samen |
€ 31.747 |
■ zorgtoeslag
Meer Nederlanders komen dit jaar in aanmerking voor zorgtoeslag, omdat de grensinkomens aanzienlijk naar boven zijn bijgesteld:
grensinkomen
2022 | 2023 | |
zonder toeslagpartner | € 32.00 | € 38.52 |
met toeslagpartner | € 40.94 | € 48.22 |
grensvermogen
2022 | 2023 | |
zonder toeslagpartner | € 111 | € 127.582 |
met toeslagpartner | € 212 | € 161.329 |
maandbedrag
2022 | 2023 | |
zonder toeslagpartner | € 111 | € 154 |
met toeslagpartner | € 212 | € 265 |
■ kinderopvangtoeslag
De overheid betaalt een percentage van de kosten van kinderopvang. De hoogte van deze tegemoetkoming (kinderopvangtoeslag) hangt af van je inkomen. Er is geen limiet gesteld aan het vermogen. Het aantal uren dat je vergoed krijgt, wordt bepaald door het aantal maanden waarin de ouders (of ouder en partner) betaalde arbeid hebben verricht. Het aantal gewerkte maanden van de minst werkende partner is daarbij leidend. Maximaal kun je 230 uur kinderopvangtoeslag krijgen per kalendermaand. Voor 2023 is de maximale vergoeding per uur per kind voor dagopvang gesteld op € 9,12, voor buitenschoolse opvang (BSO) op € 7,85 en voor gastouderopvang op € 6,85. Betaal je meer dan dit bedrag, dan geldt het maximum voor de berekening van de toeslag. Betaal je minder, dan wordt daarmee gerekend. Bij een gezamenlijk inkomen tot € 26.944 wordt 96% van de kosten voor kinderopvang van alle kinderen vergoed. Is dat inkomen € 207.680 of meer, dan is dat 33,3% voor het eerste kind en 67,1% voor volgende kinderen.
Click hier voor meer informatie over de kinderopvangtoeslag.
■ kindgebonden budget
Kindgebonden budget is een inkomens- en vermogensafhankelijke bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. Kindgebonden budget krijg je in principe automatisch. Gebeurt dat niet, dan kun je het ook zelf aanvragen op www.mijntoeslagen.nl. Het kindgebonden budget stijgt als kinderen 12 jaar worden en ook als het kind de leeftijd van 16 jaar bereikt. De verhoging gaat in na de maand waarin je kind 12 of 16 jaar is geworden. en is afhankelijk van de hoogte van uw inkomen. Alleenstaande ouders kunnen meer kindgeboden budget krijgen dan gezinnen met twee ouders die hetzelfde inkomen hebben.
Had je in 2021 voor een deel van het jaar een toeslagpartner, bijvoorbeeld omdat jij en je partner uit elkaar zijn gegaan, in de loop van het jaar zijn gaan samenwonen of omdat je partner is overleden? Als jullie er voor kozen om voor het hele belastingjaar fiscaal partners te zijn en samen IB-aangifte te doen, is het belangrijk dat het vermogen goed wordt verdeeld. Zo voorkom je dat je huurtoeslag, zorgtoeslag of kindgebonden moet terugbetalen. Mocht je de aangifte niet goed hebben ingevuld, dan kun je de Belastingdienst vragen je aangifte te herzien en het vermogen zodanig te verdelen dat je de toeslag nog kunt ontvangen. Meer informatie op de toeslagensite van de Belastingdienst.
ONDERNEMERSFACILITEITEN
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
zelfstandigenaftrek (1) | € 7.030 | € 6.670 | € 6.310 | € 5.030 |
extra zelfstandigenaftrek voor starters |
€ 2.123 | € 2.123 | € 2.123 | € 2.123 |
startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid (max.) | € 12.000 | € 12.000 | € 12.000 | € 12.000 |
fiscale oudedagsreserve FOR (max.) / percentage |
€ 9.218 / 9,44% | € 9.395 / 9,44% | € 9.632 / 9,44% | - |
aftrek voor speur en ontwikkeling (S&O) | € 12.980 | € 13.188 | € 13.360 | € 14.202 |
extra S&O-aftrek oor starters |
€ 6.494 | € 6.598 | € 6.684 | € 7.106 |
stakingsaftrek | € 3.630 | € 3.630 | € 3.630 | € 3.630 |
MKB-winstvrijstelling | 14% | 14% | 14% | 14% |
(1) De zelfstandigenaftrek wordt in de komende jaren stapsgewijs afgebouwd. Voor 2023 is de zelfstandigenaftrek verlaagd van € 6.310 naar € 5.030. De aftrek wordt € 3.750 in 2024, € 2.470 in 2025 en € 1.200 in 2026 en € 900 in 2027.
Biertje?
Wil je ons helpen? Stuur dan je vrienden een link naar de site of onze social-mediakanalen, of trakteer ons op een biertje. Of, waarom niet, doe het gewoon allebei!