Veel mensen krijgen migraine als ze over hun pensioen moeten nadenken. Soms is dat terecht, maar meestal valt het mee, als je maar weet wat je moet doen. En ook wat je vooral niet moet doen. De belangrijkste do’s en dont’s op een rij.
DOEN
1. Zo vroeg mogelijk beginnen
Nadenken over je pensioen? Veel mensen schuiven dat het liefst voor zich uit en dat is op zich begrijpelijk. In Nederland, dat al jaren met Denemarken strijdt om de eerste plaats op de lijst van ‘landen met het beste pensioen’, lijken we ons weinig zorgen te hoeven maken. Dat wil zeggen, nog niet. Want er wordt aan de fundamenten van wat we ‘het pensioengebouw’ noemen geknaagd. Door de overheid, door de vergrijzing, door de tegenvallende gas- en oliebaten waarvan een deel rechtstreeks de staatskas in vloeit. Daarom is het verstandig om zo vroeg mogelijk te beginnen met het opbouwen van pensioenkapitaal in eigen beheer. Hoe eerder je daarmee begint, des te makkelijker is het om daadwerkelijk een stevige basis te krijgen. Pak de wetenschappelijke rekenmachine er maar eens bij (sommige telefoons hebben die standaard) en voer 1,06 ^ 40 in (het dakje betekent ‘tot de macht’, op de meeste rekenmachines is dat 1,06 ➔ xy ➔ 40). Door dat getal met het bedrag te vermenigvuldigen dat je in één jaar aan pensioen opzij kunt zetten, weet je bij benadering wat dat bedrag over 40 jaar bij een jaarlijks rendement van 6% (het langjarig rendement van aandelen gecorrigeerd voor inflatie) oplevert. Ben je eind twintig en doe je dat de komende 10 jaar consequent, dan heb je het eerste decennium van je pensioen een leuk extra inkomen tegen euro’s van ‘nu’.
Probeer zo veel mogelijk fiscaal gefaciliteerd pensioen op te bouwen, in box 1 dus. Pensioenvermogen dat wordt belast in box 3 (o.a. banktegoeden en gewone beleggingen) verliest in de loop van de tijd behoorlijk wat rendement en bouwt dus minder snel op. In sommige gevallen is het mogelijk om netto pensioen op te bouwen in box 1. Kijk eens op www.brandnewday.nl wat voor jou de mogelijkheden zijn.
2. Nu al bedenken hoeveel inkomen je straks nodig hebt
Pensioenvermogen bouw je op in de loop der jaren. Wat je aan pensioen nodig hebt, is voor iedereen weer anders. In beginsel is het uitgangspunt dat je AOW en je pensioen netto ongeveer hetzelfde opleveren als je salaris. In de praktijk is dat zelden het geval en het is ook niet erg. Het belangrijkste is dat je inzichtelijk maakt wat je straks nodig hebt. Bouw je pensioen op via je werk? Mooi. Heb je een huis dat je tegen je pensioendatum waarschijnlijk geheel of grotendeels hebt afbetaald? Zijn je kinderen zelfstandig als je met pensioen bent? Nog beter, want dat scheelt in de uitgaven. Dit soort vragen moet je stellen als je een pensioenplan maakt. ‘Het pensioen’ hoeft dus niet per se in de vorm van een vastomlijnd pensioenpotje te zijn gegoten. Kijk naar alle vermogensbestanddelen. Als je weet wat je zeker zult ontvangen (AOW, werkgeverspensioen, lijfrentes, andere pensioenproducten) en weet wat je per maand minimaal nodig hebt, kun je zelf uitrekenen hoeveel er nog ontbreekt. Dat is een persoonlijke keuze. Als jij na je pensionering nog de hele wereld in een zeilboot wilt afreizen, zal er een ander financieel plaatje uitkomen dan als je rustig met je vishengel in een lokale sloot wilt gaan vissen.
3. Je niets van anderen aantrekken
Pensioen is net als het krijgen van je eerste kind. Hoe dichter je bij je pensionering komt, hoe meer mensen er een mening over hebben. Sluit je af voor de mening van buren, vrienden, collega’s en kennissen, want voor iedereen is de situatie anders. Ga vooral af op je eigen gevoel en op je eigen instincten. Heb je toch hulp van buiten nodig om je pensioen op de rails te krijgen? Denk dan eens na over het inhuren van een financieel of pensioenadviseur.
4. Je ogen op de bal houden (en een parachute klaarleggen)
Houd je ogen op de bal èn op het doel. De bal kan naar links en naar rechts, maar uiteindelijk moet ie wel het doel in. Pas je pensioenplan dus aan waar nodig aan gewijzigde omstandigheden: een lager inkomen, hogere kosten, een scheiding, overlijden of een instortende economie. Zet eventueel de doelpalen wat verder uit elkaar en zet ook wat geld opzij als noodparachute. Vooral als je pensioen voor een deel afhankelijk is van de conjunctuur — zoals meer en meer het geval zal worden als de plannen van het nu demissionaire kabinet doorgang vinden — is het raadzaam een noodfondsje op te bouwen in de vorm van een spaar- of depositorekening, zodat je zeker weet dat je nog een appeltje voor de dorst hebt, ook als het even tegenzit.
NIET DOEN
1. Speculeren met je pensioenvermogen
Het lukt 99% van de professionele beleggers niet om de benchmark consequent te verslaan. Jou lukt dat dus zeker niet, ook al heb je in het verleden misschien een paar klappers op de beurs — of met crypto’s — gemaakt. Schaf ETF’s of indexfondsen aan en als je (ernaast, niet in de plaats van ETF’s en indexfondsen!) ook in individuele aandelen wilt beleggen, ga dan voor bedrijven met sterke fundamenten en consistente winsten. Beleg periodiek en voor de lange termijn. Saai beleggen is de enige manier om pensioenvermogen op te bouwen zonder onnodig risico te lopen.
2. Geen rekening houden met kosten
Kosten zijn de sluipmoordenaar van de argeloze pensioenbelegger, of ze nu worden geheven in de vorm van transactievergoedingen, beheerkosten of op een andere manier. Bij gemiddeld 2% aan jaarlijkse kosten over je belegde vermogen verlies je in 40 jaar een behoorlijk deel van je berekende eindvermogen: bij een gemiddeld aandelenrendement van 6% vóór kosten scheelt 2% kosten op 40 jaar méér dan de helft! Kijk dus bij elke investering voor je pensioen wat de jaarlijkse, éénmalige, variabele en transactiekosten zijn en vergelijk aanbieders van pensioenproducten, want ook kleine verschillen in kosten kunnen in de loop der tijd tot aanzienlijke verschillen in beleggingsrendement leiden.
3. Emoties een rol laten spelen
Angst, spijt, trots en vooral hebzucht zijn de natuurlijke vijanden van een solide pensioenplan. Consistentie in je beleggingsbeleid is je vriend: houd de juiste balans in de verdeling van je beleggingsportefeuille, houd daarbij rekening met jouw risicoprofiel, houd geld achter de hand om op stevige dips bij te kunnen kopen en vergeet niet om te zijner tijd het portefeuillerisico aan te passen aan jouw horizon. Jij bent de ceo van jouw eigen pensioenfonds. En een goede ceo laat zich niet afleiden door emoties, zelfs al zijn die er soms wel.
4. Denken dat je AOW voldoende is
AOW is oorspronkelijk bedoeld als vangnet voor mensen die helemaal niets hadden. Inmiddels is het onderdeel van het ‘pensioengebouw’. De overheid houdt er zelfs rekening mee bij de bepaling van wat je maximaal fiscaal vriendelijk kunt opbouwen. Maar de AOW wordt deels betaald door de werkenden en deels uit de algemene middelen. Door de toenemende vergrijzing en teruglopende staatsinkomsten uit olie en gas is het helemaal niet zeker dat we in de toekomst de AOW in deze vorm kunnen behouden. Sommige mensen kunnen de tering heel goed naar de nering zetten, andere minder. Wat voor jou voldoende pensioen is, hoeft dat niet te zijn voor je buurman. Denk daar dus over na. Doe dat wel op tijd, want op een gegeven moment is het te laat en zul je ergens moeten inleveren.
5. Wachten op de gouden tip
Gouden tips zijn er zeker, maar de kans dat jij weet welke tip daadwerkelijk van goud is, is kleiner dan het winnen van de hoofdprijs in de Staatsloterij. Onthoud dat iets dat te mooi klinkt om waar te zijn, dat waarschijnlijk ook zo is. En dat anderen die ‘gouden tip’ vaak al eerder hebben ontdekt en dan ben je zeker te laat. Voor de planning van je pensioen is het belangrijk om een consistent en systematisch beleid te hebben en te houden, wat er ook gebeurt. Dat is een uitdaging waar je met een beetje gezond verstand, aangevuld met goed advies van een pensioen- of financieel adviseur, best uit kunt komen.
Biertje?
Wil je ons helpen? Stuur dan je vrienden een link naar de site of onze social-mediakanalen, of trakteer ons op een biertje. Of, waarom niet, doe het gewoon allebei!